Als je in de wildernis loopt, kun je een groot deel van het jaar bomen en planten gebruiken voor een deel van je voedselvoorziening. Een daarvan is de spar.
In deze blog vind je een mooie gebruikstoepassing van de spar, een boom die je eigenlijk overal ter wereld wel tegenkomt. In april/mei staat deze boom in volle bloei. Je kunt dan de malsgroene toppen (de nieuwe uitgroei) eten. Lekker veel vitamine C en een frisse smaak in de mond. Eet ze met mate.
Herkenning
De spar is een kegelvormige naaldboom (typische kerstboomvorm). De naalden groeien als eenling uit de takken (in tegenstelling tot bij de den, waar steeds twee naalden tegelijk op hetzelfde punt uit de takken groeien – zie verderop).
Gebruik
Je kunt de jonge malse toppen rauw of gekookt eten. Ze moeten er echt ‘malsgroen’ uitzien. Daarnaast kun je ze in heet water laten trekken of koken om er thee van te zetten.
Van sparrennaalden kun je het hele jaar door thee zetten voor een flinke dosis vitamine C. Neem een paar takjes, kneus de naalden of snij ze doormidden en laat ze trekken in heet water of kook ze even.
Eet de toppen alleen als je zeker weet dat je een spar te pakken hebt!
👉 Verwar de spar nooit met de taxus, waarvan de meeste delen zeer giftig zijn!
Ook de den bevat veel vitamine C en is prima te gebruiken om thee van te zetten. Wist je dat door dit toe te voegen aan gesmolten sneeuw (bij wintertrekkings vaak de meest gebruikte bron van drinkwater) je weer mineralen toevoegd aan het anders steriele smeltwater? Mineralen lossen je dorst beter dus dat is een win-win!
Bedankt. Een goede tip!